Cruquius Stoomgemaal
Cruquius Stoomgemaal
Gemaal De Cruquius uit 1849 is een van de drie gemalen (Leeghwater, Lynden en Cruquius) waarmee de Haarlemmermeer tussen 1849 en 1852 werd drooggepompt. De drooglegging van het Haarlemmermeer was een immens werk. Het is de grootste stoommachine ter wereld. Het gemaal is nooit gemoderniseerd en in 1933 buiten werking gesteld. Het Cruqiuus gemaal behoort tot de top van de Nederlandse Rijksmonumenten. Het is vernoemd naar de Nederlandse waterbouwkundige Nicolaas Cruquius, geboren als Nicolaas Kruik in 1678 te West Vlieland. De imposante combinatie van techniek en architectuur maken dat De Cruquius een industrieel monument van wereldformaat is. Het Koninklijk Instituut van Ingenieurs nam het initiatief tot behoud. Zo werd het Cruquius stoomgemaal in 1933 een van de eerste monumenten van bedrijf en techniek ter wereld. In 1991 wees de American Society of Mechanical Engineers het Cruquius stoomgemaal aan als 33e International Historic Mechanical Engineering Landmark. Er zit dus een heel verhaal achter dit imposante monument.
Het gemaal De Cruquius is van bijzondere cultuurhistorische betekenis als symbool voor de drooglegging van het Haarlemmermeer: het markeert bij uitstek de start van de Industriële Revolutie in Nederland. Het goed geconserveerde en bijzonder vormgegeven gebouw huisvest de grootste verticale-stoommachine die ooit is gebouwd. Voor de bemalingsgeschiedenis van Nederland is het gemaal van belang vanwege de toepassing, en laatst overgebleven voorbeeld, van een gemaal met zuigerpompen. Ook de stoommachine is de laatst overgebleven verticaal werkende machine in een gemaal.
Geschiedenis
Het gezichtsverlies door de Belgische onafhankelijkheid in 1830 en twee gevaarlijke stormen in november en december 1836 deden koning Willem 1 in 1837 besluiten tot het instellen van een staatscommissie die de droogmakingsplannen van het Haarlemmermeer moest beoordelen. Er ontbrandde meteen een felle strijd tussen de voorvechters van de windmolen en die van de stoommachine. De strijd tussen wind en stoom werd door koning Willem I beslecht ten gunste van de vooruitgang. De droogmaking op stoomkracht werd een prestigeproject dat Nederland het industriële tijdperk inloodste. Men had uitgerekend dat er drie stoomgemalen nodig waren om het meer leeg te malen.
In 1840 werd de eerste spade gestoken voor de 63 kilometer lange ringvaart en ringdijk. Nog voordat het meer was omsloten startte in 1845 de bouw van De Leeghwater die als prototype diende voor de twee andere. De bouw van De Lijnden en De Cruquius startte in 1847, ze werden voltooid en in gebruik genomen in 1849. Na drie jaar en drie maanden was 800 miljoen kubieke meter water opgepompt. De Staatscourant van juli 1852 melde dat de kosten van de droogmaking ruim 10 miljoen gulden bedroeg.
In tegenstelling tot De Lijnden en De Leeghwater is De Cruquius later niet gemoderniseerd. Het gemaal deed geen actieve dienst meer sinds 1912; vanaf dat jaar was de Cruquius een reservegemaal. In 1932 werd hij definitief stilgelegd; de officiële sluiting vond plaats op 10 juni 1933. De stoomketels werden verschroot.
De andere twee gemalen waren wel gemoderniseerd en konden vanaf die tijd ook zonder De Cruquius de polder drooghouden.
Techniek
De installatie bestaat uit acht zuigerpompen die radiaal om de aandrijvende stoommachine zijn geplaatst. De pompen, gemaakt door Fox & Co. te Falmouth, hebben een gezamenlijke capaciteit van 320 m3/min. bij een opvoerhoogte van 5,0m. De aandrijving vond plaats, via acht gietijzeren balansarmen en smeedijzeren trekstangen, door een verticale stoommachine van Harvey & Co.uit Hayle (Cornwall) met een vermogen van 360 pk. Aanvankelijk stonden er zes Cornwall stoomketels opgesteld, evenals de balansarmen gemaakt door Van Vlissingen en Dudok van Heel uit Amsterdam. In 1860 werden er vier ketels bijgeplaatst.
In 1888 werden alle ketels door zes Lancashire boilers vervangen.
De Bouw
Alle drie de gemalen zijn gevestigd in neogothische gebouwen met elementen die typerend zijn voor deze stijl, zoals kantelen zware steunberen, spitsbogen en rijk geornamenteerd traceerwerk. Ook binnen zijn neogotische elementen te vinden, zoals versierde gietijzeren trappen en pilaren (zie foto’s).
Van de drie gemalen is alleen De Cruquius grotendeels in oorspronkelijke staat bewaard gebleven. De Engelse ingenieurs Gibbs en Dean maakten het ontwerp van de stoommachine. Onderdelen van de machines van de drie gemalen (stoommachine, balansarmen, pompen) werden bij bedrijven in Cornwall en in Amsterdam gebouwd.
(bron: De Nederlandse Gemalen Stichting en Wikipedia)
4 juli 2021