Nederland is een vogelrijk land, dat komt omdat ons land zes verschillende landschaptypes heeft, zandlandschap,zeekleilandschap,veenlandschap,duinlandschap, rivierlandschap en heuvellandschap.

Koolmezen, pimpelmezen, roodborsten, merels, heggenmussen, vinken, houtduiven, turkse tortels, zwarte kraai en de kauw bezoeken in de late herfst en in de winter dagelijks onze tuin. Winterkoninkjes, staartmezen, boomkruipers, gaaien en spechten (de grote bonte) verschijnen minder vaak maar zo af en toe zie ik ze toch voorbijkomen.

Volgens de Dutch Birding Association (DBA) zijn er tot op heden 535 soorten vogels in Nederland waargenomen. Dat wil overigens niet zeggen dat deze vogelsoorten ook leven of broeden in Nederland. Als er een verdwaalde soort hier door vogelaars wordt waargenomen dan wordt deze geteld als waargenomen.

De hoeveelheid soorten die in tuinen voorkomen ligt in de buurt van de 37.

In de late herfst en winter vinden de vogels minder voedsel. Ik help ze dan een handje door ze wat bij te voeren. Ik koop voer bij de dierenwinkel meestal voer voor zaadetende en insecten etende vogels, voor de Merels zijn rozijnen/krenten heerlijk en een prima manier om ze op het fotografeer tafel te krijgen.

Voor het voeren gebruik ik onze tuintafel. Die verplaats ik zodra de voedertijd is aangebroken naar het terras. Ik zet de tafel ongeveer 2,5 tot 3 meter voor het raam van de tuindeur met op de achtergrond een paar struiken. Al snel hebben de vogels in de gaten waar ze het voedsel kunnen vinden.

Nu wil ik de vogels liefst in een natuurlijk ogende tuinomgeving fotograferen.

Daarvoor loop ik naar het bos om de hoek en sprokkel wat stammen met mos erop en nog wat natuurlijk bosmateriaal.

Voor de vogels is dat een mooie landingsplaats.

De camera staat in huis al klaar op het statief met draadontspanner achter het raam. De gordijnen zijn dicht. Ik kan nog net over de camera heen kijken of zet the live view aan.

Zodra een vogel landt neem ik hem in beeld en via de AV stand om scherp te stellen. De camera staat gericht op de landingsplaats en ik wacht totdat een vogel daar precies landt.

Vooraf heb ik al scherp gesteld op die plek maar voor ik afdruk doe ik dat nogmaals maar nu op de vogel.

Zonodig verplaats ik met de joystick van de afpuntselectie van mijn Canon 5D MKIII het scherptepunt nog een beetje. Ik gebruik mijn Canon zoom 70-200  1:2.8 L IS II USM lens.

Met de instellingen, ‘scherpstelgebied op meervlaksmeting, al servo voor bewegende beelden en hi-speed opnamen’ maak ik meerdere opnamen. De sluitertijd is minimaal 1/640 en het diafragma maximaal geopend op 1: 2,8 om op die manier niet alleen zoveel mogelijk licht te vangen maar ook om de achtergrond zo vaag (bokeh) mogelijk te maken. De sluitpost van de belichtingsdriehoek is de ISO-waarde die ik tussen de 1000 en 6000 instel.

Je kunt ook het balhoofd ietwat los en horizontaal op de camera bewegen en zo de vogel volgen/opzoeken om zo de juiste compositie te bepalen.

Ook deze werkwijze vergt geduld want vogels gaan er meestal weer snel vandoor.

Je hebt al snel in de gaten welk gedrag de vogels vertonen. Het observeren van al die gedragingen is niet alleen boeiend maar ik kan er het fotograferen ook op afstemmen. Zo komen de koolmezen, pimpelmezen, roodborsten, merels en de gaai het voer op de tafel halen. De heggemussen af en toe maar die zitten net als de vinken graag op de grond en pikken daar mee wat de tafelgasten laten vallen.

Dan is er nog de rangorde onder de vogels. Gaaien zijn niet alleen fors van postuur maar ook duidelijk de baas. Als de gaai verschijnt houdt de rest wel afstand.

Op twee staat de merel als zij/hij er is dan wachten de kleintjes netjes op hun beurt.

Tenslotte, op 27/28/29 januari 2023 is er weer De Nationale Tuinvogeltelling georganiseerd door https://www.vogelbescherming.nl/tuinvogeltelling

Het is het grootste citizen science project van Nederland. Doet u ook mee?